Tjarly en Minouche naar de dierenarts.
Zo, daar ben ik weer, met een nieuw avontuur. Ik ben vorige week met mijn
baasje Jan naar de dierendokter geweest. Niets ernstigs hoor! Ik moest
alleen even een prikje halen. Dat prikje zou er voor moeten gaan zorgen dat ik niet ziek wordt.
Dat prikje schijn je één keer in de zoveel tijd te moeten gaan halen. Dat is dan voor je eigen bestwil, zegt mijn baasje altijd. Ze noemen het ook wel een ‘inenting’. Maar ik had het er niet zo op, moet ik eerlijk
zeggen. Ik ben als de dood voor de dierendokter. Als ik die man in die lange witte jas al naar me toe zie komen, begin ik al te trillen van angst. En ik hoop dan altijd dat hij dat ziet en het rustig aan doet met mij!
Maar gelukkig ging Minouche ook mee. Je weet wel, de poes. Zij moest ook een inenting krijgen, net als ik. Maar Minouche vindt het nooit
zo erg. Zij zegt ook altijd tegen mij dat ik me niet zo moet aanstellen.“ Van dat prikkie voel je helemaal niet joh, aansteller”, zegt ze dan.aar toch vertrouw ik die dierendokter niet! Hij is best aardig hoor, maar ik ben
zo bang dat hij me pijn zal doen. En als ik ergens een hekel aan heb, is het wel als mensen aan mijn lijf zitten en me dan pijn doen. Maar goed…we moesten toch naar de dierendokter. Mijn baasje deed me de riem om en de poes
Minouche mocht in een kooitje gaan zitten. Met z’n drieën gingen we op pad. Mijn baasje naast mij lopend met het kooitje met daarin Minouche in zijn hand. Ik zag het huis van de dokter al dichterbij komen. Mijn hartje begon
direct harder te bonken. Ik wilde naar huis, maar mijn baasje trok aan mijn riem, zodat ik wel mee moest lopen. Toen we binnenkwamen bij de dokter moesten we wachten. Mijn baasje ging op een mensenstoel zitten en ik ging tussen zijn
benen liggen naast het kooitje met Minouche. Ik vroeg nog aan haar of zij ook zo zenuwachtig was. Maar zij zei: “ Stel je nou eens niet zo aan. De dierendokter heeft het goed met je voor, hoor! Hij doet je echt geen pijn.
Geloof mij maar! ” Ik zag in de wachtkamer nog een hond. Die liep ook al zo zenuwachtig op en neer. Volgens mij was die hond net zo bang als ik. En toen …de deur van de dokter ging open. Hij keek naar mijn baasje en riep hem binnen. Ik wist direct hoe
laat het was. Nu zou het gaan gebeuren… Binnen bij de dierendokter moest ik op een tafel gaan staan. Iets wat
ik thuis nooit mocht! Maar de dokter vond het niet erg. Ik werd nu heel zenuwachtig en bang. Ik vond dat ik dat ook aan de dierendokter moest laten zien. En als wij honden bang zijn, doen wij altijd de staart tussen onze achterpoten. Dus ook nu deed ik dat maar. Maar de dierendokter begon te lachen. “Haha, kijk nou, Tjarly is bang voor me.
Zo’n grote hond en dan bang zijn voor zo’n klein prikje! Hahaha”, hoorde ik hem zeggen. Nou, ik vond er niets aan. Staat die ‘witjas’ me nog uit te lachen ook! Hij voelde nog wat aan mijn poten en keek in mijn bek. Toen liep hij naar een kastje en ik wist wat hij ging doen. Hij ging de spuit klaarmaken! En ja hoor…daar kwam hij terug met een hele grote naald. Uit angst deed ik mijn ogen maar dicht. Wanneer ging het spuitje komen? Ik probeerde niets te horen en te zien. Ik vond het heel erg eng. “Zo, Tjarly kan weer van tafel, hoor”, hoorde ik de dierendokter zeggen.Kreeg ik dan geen spuitje? Ging het niet door? Ik snapte er niets van. Ik vroeg aan Minouche waarom ik geen spuitje had gekregen. Zij vertelde mij: “Je hebt je spuitje allang gehad, gekkie. Ik zei toch dat je er niets van zou voelen! Je bent weer bang voor niets geweest! ” Nu moest ik eigenlijk ook wel een beetje
lachen. Had ik me daar nu zo druk om gemaakt? Eerlijk gezegd heb ik er helemaal niets van gevoeld! Voorlopig kan ik er weer een jaar tegen. En volgend jaar zal ik zeker niet meer zo bang zijn. Ik weet nu dat het eigenlijk helemaal
niets voorstelt! ! ! Tot de volgende keer maar weer, jongens en meisjes. En een poot van Tjarly… allemaal… Doei… Tjarly.
|